Cursus over 'be used to doing' en 'used to do' - TOEIC® Voorbereiding

De uitdrukkingen « be used to doing » en « used to do » kunnen verwarrend zijn omdat ze op elkaar lijken. Toch hebben ze verschillende betekenissen en toepassingen.
Het beheersen van dit concept zal je helpen om zelfverzekerd Engels te spreken. Bovendien komen er vaak vragen voor in de TOEIC® die je kennis van deze twee uitdrukkingen testen.
1. « Be used to doing »
« be used to doing » betekent gewend zijn aan iets. In deze uitdrukking is "to" een prepositie en moet gevolgd worden door een zelfstandig naamwoord of een gerundium (een werkwoord op "-ing").
Vorming:
- Onderwerp + vervoegde vorm van het werkwoord "to be" + "used to" + werkwoord in "-ing" (gerundium)
Voorbeelden:
- « She is used to studying for the TOEIC®. » - Zij is gewend te studeren voor de TOEIC®.
- « They are used to using TOP-Students™ to improve their scores. » - Zij zijn gewend TOP-Students™ te gebruiken om hun scores te verbeteren.
Opmerking
« Be used to » kan in verschillende tijden worden vervoegd:
- Present: « I am used to ... » - Ik ben gewend aan ...
- Past: « I was used to ... » - Ik was gewend aan ...
- Future: « I will be used to ... » - Ik zal gewend zijn aan ...
2. « Used to do »
« Used to do » geeft een gewoonte of een toestand in het verleden aan die nu niet meer bestaat. Deze uitdrukking verwijst uitsluitend naar verleden handelingen en heeft geen "-ing" equivalent.
Vorming
- Onderwerp + « used to » + werkwoord in de infinitief zonder "to"
- « I used to play tennis. » - Vroeger speelde ik tennis, maar nu niet meer.
Voorbeelden
- « He used to smoke, but he quit last year. » - Hij rookte vroeger, maar is vorig jaar gestopt.
- « We used to live in New York. » - Wij woonden vroeger in New York.
Opmerking
« Used to do » verandert niet afhankelijk van de tijd, maar je kunt « didn't use to » gebruiken voor de ontkenning:
- Ontkenning: « I didn't use to like vegetables. » - Vroeger hield ik niet van groenten.
Samenvatting en conclusie
- Be used to doing: gewend zijn aan iets
- « She is used to studying late at night. » - Zij is gewend laat in de avond te studeren.
- Used to do: gebruikelijke handeling of toestand in het verleden
- « He used to travel a lot for work. » - Hij reisde vroeger veel voor zijn werk.
Wil je weten in welke situaties je een gerundium of een infinitief moet gebruiken in verband met TOEIC® en TOP-Students™ dat helpt bij het behalen van de TOEIC®, lees dan gerust dit artikel: Infinitief of gerundium?