Cursus over Engelse lidwoorden - TOEIC® voorbereiding

Lidwoorden in het Engels zijn essentieel om duidelijk te communiceren en de precieze betekenis van een zin te begrijpen. In het Engels zijn er twee onbepaalde lidwoorden ("a" en "an"), één bepaald lidwoord ("the"), en veel situaties waarin er geen lidwoord gebruikt wordt (dit wordt het zero article genoemd).

In deze cursus behandelen we al deze categorieën en leggen we hun gebruik uit.

1. Het onbepaald lidwoord: « A » en « An »

De onbepaalde lidwoorden "a" en "an" worden voornamelijk gebruikt vóór telbare zelfstandige naamwoorden (dus namen die je kunt tellen) in het enkelvoud. Ze betekenen "één" of "een", en worden gebruikt om iets niet-specifieks aan te duiden of iets dat voor het eerst genoemd wordt.

A. Wanneer gebruik je "A" of "An"?

Je gebruikt "a" of "an" in de volgende gevallen:

• Wanneer je iets voor het eerst noemt
  • I saw a dog in the park.
    (Je spreekt over een hond in het algemeen, niet een specifieke.)
  • She is reading a book.
    (We weten nog niet welk boek het is.)
• Om te praten over een beroep, rol of identiteit
  • He is a doctor.
    (Hij oefent het beroep arts uit.)
  • She wants to be an actress.
    (Haar ambitie is om actrice te worden.)
• In uitdrukkingen van maat (tijd, afstand, hoeveelheid, prijs, snelheid, frequentie)
  • I go to the gym twice a week.
  • He bought a dozen eggs.
  • It costs a hundred dollars.
  • He was driving at 80 miles an hour.
• Om een element uit een categorie aan te duiden
  • A smartphone is a useful device.
    (Een smartphone (in het algemeen) is nuttig.)
  • A cat is an independent animal.
    (Katten zijn over het algemeen onafhankelijk.)
• Na uitdrukkingen die een beschrijving of vergelijking inleiden
  • What a beautiful day!
  • She is as fast as a cheetah.
• Bij bepaalde onbepaalde hoeveelheden (a lot of, quite a, a few, a little, a couple of, rather, enz.)
  • I have a few friends in New York.
  • Can I have a little sugar?

B. Hoe kies je tussen "A" en "An"?

A wordt gebruikt vóór een medeklinkerklank (dus als het zelfstandig naamwoord begint met een medeklinkerklank).

• A cat, A book, A university
  (Let op: "university" begint met de klinker "u", maar de eerste letter wordt uitgesproken als /y/ (zoals in "you"). De begin-klank is dus een medeklinkerklank.)
• He wants to buy a European car.
  (Ook al begint "European" met een "E", je gebruikt "a" omdat de begin-klank /y/ is, een medeklinkerklank.)

An wordt gebruikt vóór een klinkerklank (dus als het zelfstandig naamwoord begint met een klinkerklank).

• An apple, An elephant, An honest man
  (De "h" in "honest" wordt niet uitgesproken, dus je hoort een klinkerklank aan het begin.)
• She bought an orange for breakfast.
  (Het woord "orange" begint met de klank /o/, dus gebruik je "an".)

Onthoud > "A" komt vóór een medeklinkerklank: /b/, /k/, /t/, /y/, enz. "An" komt vóór een klinkerklank: /a/, /e/, /i/, /o/, /u/, evenals stille "h".

2. Het bepaald lidwoord: « The »

"The" wordt in het Nederlands vertaald als "de", "het" of "de" afhankelijk van de context, maar in het Engels gebruik je gewoon "the" in deze situaties:

A. Precieze identificatie en uniciteit

Om een unieke of bekende entiteit aan te geven

• Een object of plaats die al eerder genoemd is: "The" wordt gebruikt als een element al eerder is genoemd of als het element bekend verondersteld wordt bij de gesprekspartner:
  • Could you pass me the pen we bought yesterday?
    (Kun je me de pen geven die we gisteren gekocht hebben?)
• Om iets aan te duiden dat uniek is in zijn soort: "The" wordt gebruikt bij dingen die maar één keer bestaan:
  • The Earth orbits the Sun.
    (De aarde draait om de zon.)

Om een bepalende informatie aan te geven

"The" wordt gebruikt als de context of een kwalificatie het object specifiek maakt:

• Enter the room; the host is waiting inside.
  (Ga de kamer binnen, de gastheer wacht binnen.)

B. Plaatsen, geografische entiteiten en instellingen

Bij het benoemen van specifieke geografische locaties

• Rivieren, zeeën en kanalen: Het lidwoord "the" wordt gebruikt vóór de namen van rivieren, oceanen en kanalen:
  • The Nile flows through several African countries.
    (De Nijl stroomt door verschillende Afrikaanse landen.)
  • The Mediterranean has witnessed centuries of history.
    (De Middellandse Zee heeft eeuwen geschiedenis gezien.)
• Bergketens en archipels: "The" wordt gebruikt om natuurlijke groepen aan te duiden:
  • The Andes span a vast region in South America.
    (De Andes beslaan een uitgestrekt gebied in Zuid-Amerika.)

Om instellingen, bedrijven en organisaties aan te duiden

Sommige institutionele namen, instellingen of media gebruiken standaard "the":

• We watched a documentary on The History Channel last night.
  (We keken gisteravond een documentaire op The History Channel.)
• The Louvre attracts millions of visitors every year.
  (Het Louvre trekt elk jaar miljoenen bezoekers.)

C. Groepen, soorten en vergelijkingen

Om een bepaalde groep te vertegenwoordigen

• Families of groepen mensen: "The" wordt gebruikt om alle leden van een familie of een sociale groep aan te duiden:
  • The Smiths are hosting a reunion next month.
    (De familie Smith organiseert volgende maand een reünie.)
• Groepen aangeduid door een adjectief: "The" wordt gebruikt om te praten over categorieën mensen of algemene fenomenen:
  • The elderly often need extra care during winter.
    (Ouderen hebben vaak extra zorg nodig in de winter.)

In vergelijkingen en superlatieven

"The" is noodzakelijk bij het vormen van vergelijkingen en superlatieven:

• She is recognized as the most creative artist of her time.
  (Zij wordt erkend als de meest creatieve kunstenaar van haar tijd.)
• They opted for the same design as last year.
  (Ze kozen voor hetzelfde ontwerp als vorig jaar.)

3. De Zero Article (afwezigheid van een lidwoord)

In het Engels wordt er vaak geen bepaald of onbepaald lidwoord gebruikt. Om verwarring te voorkomen, volgt hier een overzicht van de meest voorkomende situaties:

A. Talen, vakgebieden en algemene activiteiten

• Talen en universitaire studies: Geen lidwoord wordt gebruikt wanneer men spreekt over een taal of een vak
  • They speak Spanish fluently.
    (Zij spreken vloeiend Spaans.)
  • He studies biology at university.
    (Hij studeert biologie aan de universiteit.)
• Hobby's en dagelijkse activiteiten: Geen lidwoord bij namen van activiteiten of hobby’s, wanneer ze verwijzen naar het algemene idee van de handeling
  • Running relaxes me after a long day.
    (Hardlopen ontspant me na een lange dag.)
  • Chess requires strategic thinking.
    (Schaken vereist strategisch denken.)

B. Plaatsen en ruimtes: van de stad tot hemellichamen

• Steden, landen en eenvoudige geografische gebieden: Geen lidwoord wordt gebruikt voor bekende plaatsen, zonder verdere kwalificatie
  • She traveled to Brazil last summer.
    (Zij reisde afgelopen zomer naar Brazilië.)
  • He lives in Tokyo.
    (Hij woont in Tokio.)
• Straten, parken en openbare plaatsen: Geen lidwoord bij namen van straten, parken of buurten als de context algemeen is.
  • They met at Elm Street for a quick coffee.
    (Ze ontmoetten elkaar op Elm Street voor een snelle koffie.)
• Planeten, hemellichamen, enz.: Geen lidwoord bij de meeste namen van planeten en ruimteobjecten
  • Saturn and Jupiter were clearly visible last night.
    (Saturnus en Jupiter waren gisteravond goed zichtbaar.)

C. Algemene concepten en abstracte ideeën

• Algemeenheden en universele waarheden: Geen lidwoord bij abstracte of universele begrippen, om het globale karakter te benadrukken.
  • Hope inspires people to overcome obstacles.
    (Hoop inspireert mensen om obstakels te overwinnen.)
  • Nature offers endless surprises.
    (De natuur biedt eindeloze verrassingen.)
• Ontelbare en meervoudige zelfstandige naamwoorden: Geen lidwoord als men spreekt over ontelbare en meervoudige naamwoorden, om hun algemeenheid te onderstrepen.
  • Water is essential for life.
    (Water is essentieel voor het leven.)
  • Dogs make great companions.
    (Honden zijn geweldige metgezellen.)

D. Specifieke situaties en uitzonderingen

• Nummeringen en specifieke aanduidingen: Geen lidwoord als een naam direct gevolgd wordt door een nummer of aanduiding
  • The lecture will take place in hall 202.
    (De lezing vindt plaats in zaal 202.)
• Bepaalde media en titels: Geen lidwoord in de meeste namen van kranten of magazines, tenzij het lidwoord in de titel zit.
  • I read Time every week.
    (Ik lees Time elke week.)
  • Rolling Stone is known for its in-depth music reviews.
    (Rolling Stone staat bekend om zijn diepgaande muziekrecensies.)
• Algemene hoeveelheidsuitdrukkingen: Geen lidwoord om "de meerderheid" niet-specifiek uit te drukken
  • Many appreciate a well-crafted story.
    (Velen waarderen een goed geschreven verhaal.)
• Ziekten en toestanden: Geen lidwoord bij bepaalde ziekten als algemene uitdrukking, behalve in enkele specifieke gevallen.
  • Diabetes is a growing concern worldwide.
    (Diabetes is een groeiend wereldwijd probleem.)
  • Influenza can spread quickly during the winter.
    (Griep kan zich snel verspreiden in de winter.)
• Dagelijkse plaatsen: Geen lidwoord als men gebruikelijke leefruimtes noemt, zoals werk of school, om over de algemene activiteit te spreken.
  • He is already at work.
    (Hij is al op het werk.)
  • After school, the kids usually head straight home.
    (Na school gaan de kinderen meestal direct naar huis.)

4. Onderscheidingen en specifieke gevallen

A. Algemeen spreken (ontelbaar of meervoud zelfstandig naamwoord)

• Music is a universal language.
  Je gebruikt geen "the" vóór "music" als je over muziek in het algemeen spreekt.
• Cars are useful in the countryside.
  Algemeen meervoud, geen lidwoord.

Als je echter over een specifiek element of een bepaalde groep spreekt, gebruik je "the":

• The music at yesterday’s concert was incredible.
  Specifieke muziek (van het concert).
• The cars parked outside are blocking the entrance.
  Die auto's, niet alle auto's in het algemeen.

B. Telbare versus ontelbare zelfstandig naamwoorden

• Telbare zelfstandige naamwoorden (book, chair, idea...) hebben een lidwoord (of een determinator zoals "my", "some", enz.) nodig als ze enkelvoud zijn.
  • I have a book.
  • I have the book.
  • I have my book.
• Ontelbare zelfstandige naamwoorden (water, advice, information...) krijgen meestal geen lidwoord als je over de substantie in het algemeen spreekt, of "the" als je iets specifieks bedoelt.
  • Information is key in this project.
    
  • The information you provided was very helpful.
    (specifiek)

C. Titels, posities en functies

• Als je over een functie in het algemeen spreekt, gebruik je geen "the":
  • He was elected president in 2020.
• Als je het over de functie van een specifiek persoon hebt, gebruik je "the":
  • He is the President of the United States.

Conclusie

Lidwoorden in het Engels spelen een sleutelrol in precisie en helderheid van de taal. "A" en "an" introduceren een enkelvoudig telbaar zelfstandig naamwoord dat voor het eerst genoemd wordt of onbepaald is. "The" wordt gebruikt om te verwijzen naar een specifiek element, dat al genoemd of uniek is. Sommige zelfstandig naamwoorden, zoals algemene concepten, talen, maaltijden en geografische plaatsen, worden zonder lidwoord gebruikt ("zero article").

In de TOEIC® komen lidwoorden vaak voor in vragen over grammatica en leesbegrip. Weten wanneer je "a", "an" of "the" gebruikt, helpt je fouten te vermijden en je score te verhogen.

Andere cursussen

Hier zijn de andere grammaticacursussen voor de TOEIC®:

• 🔗 Volledige cursus ter voorbereiding op de TOEIC®