TOP-Students™ logo

Les over modalen in de toekomst - TOEIC® voorbereiding

Een docent van top-students.com die de toekomst met modalen in het Engels uitlegt op een krijtbord. Deze cursus is een gespecialiseerde TOEIC® cursus, ontworpen voor uitmuntendheid bij het TOEIC® examen.

In het Engels beperkt de toekomst zich niet tot het gebruik van will of de structuur be going to. Ook modalen (of semi-modalen) zoals can, could, may, might, must, should, shall, etc. maken het mogelijk om verschillende gradaties van waarschijnlijkheid, mogelijkheid, verplichting of advies uit te drukken, terwijl ze verwijzen naar een toekomstige handeling.

In deze cursus bestuderen we deze modalen en hun gebruik in de toekomst in detail, en bekijken we hoe ze zich onderscheiden van de meer klassieke toekomstvormen (will, be going to).

1. De toekomst uitdrukken met « shall »

De modaal « shall » was historisch gezien het toekomende werkwoord voor de eerste persoon (I, we), maar in het moderne gebruik is het grotendeels vervangen door will.

Toch komt het nog voor in meer formele registers of om beleefde voorstellen te doen, vooral in vragen:

2. De toekomst uitdrukken met « can » / « could »

A. « can »

De modaal « can » wordt meestal gebruikt om vaardigheid of toestemming in het heden uit te drukken, maar « can » kan ook verwijzen naar een toekomstige vaardigheid/mogelijkheid.

Hoewel de werkwoordsvorm hetzelfde is als die van de tegenwoordige tijd, legt de context "morgen" of "volgende week" deze handelingen in de toekomst vast.

B. « could »

De modaal « could » is de verleden tijd van « can », maar wordt ook gebruikt om een meer hypothetische toekomstige mogelijkheid uit te drukken, of om een aanbod/voorstel beleefder te formuleren.

C. « can » & « could » VS « will »

In vergelijking met « will », leggen « can » en « could » de nadruk op vaardigheid of mogelijkheid in plaats van op het idee van een toekomst die al vaststaat.

3. De toekomst uitdrukken met « may » / « might »

A. « may »

De modaal « may » drukt een waarschijnlijkheid uit (vaak gemiddeld of redelijk) of een toestemming. In de toekomst geeft « may » aan dat het mogelijk is dat een gebeurtenis plaatsvindt, zonder absolute zekerheid.

B. « might »

De modaal « might » wordt ook gebruikt om een waarschijnlijkheid uit te drukken, maar vaak in een zwakkere of onzekerdere mate dan « may ». « May » en « might » zijn in bepaalde contexten uitwisselbaar, maar « might » suggereert echt meer onzekerheid.

C. « may » & « might » VS « will »

In vergelijking met « will » leggen « may » en « might » de nadruk op het feit dat deze toekomst zeer onzeker is.

4. De toekomst uitdrukken met « must » / « have to »

A. « must »

De modaal « must » drukt een sterke verplichting uit, een noodzaak die bijna onvermijdelijk is. Wanneer we het hebben over een toekomstige handeling, benadrukken we dat de handeling absoluut moet worden uitgevoerd.

B. « have to »

De uitdrukking « have to » drukt ook verplichting uit, maar wordt vaker gebruikt om een expliciete toekomst te vormen: will have to + stam van het werkwoord.

5. De toekomst uitdrukken met « should » / « ought to »

A. « should »

De modaal « should » drukt advies, een aanbeveling of iets uit dat zou moeten gebeuren (in het algemeen iets dat logisch wordt verwacht).

B. « ought to »

De uitdrukking « ought to » is vergelijkbaar met « should », maar is formeler en minder gebruikelijk in de dagelijkse taal.

6. De toekomst uitdrukken met « likely to » / « certain to »

Een andere manier om over de toekomst te praten is door de structuur be + (un)likely/certain + to + stam van het werkwoord te gebruiken. Hier gebruik je de tegenwoordige vorm van be (is/are/'s), zelfs als je verwijst naar een toekomstige gebeurtenis:

Het is belangrijk om op te merken dat je hier de tegenwoordige tijd gebruikt (is/are/'s), en niet « will be likely to », zelfs als je naar een toekomstige gebeurtenis verwijst!

7. Woorden om graden van toekomstige waarschijnlijkheid uit te drukken

Er zijn woorden die helpen om de waarschijnlijkheid dat een toekomstige gebeurtenis plaatsvindt te moduleren.

8. De nuances

Conclusie

De toekomst in het Engels beperkt zich dus niet tot het gebruik van will of be going to. Modalen zoals can, may, might, must, should, shall, enzovoort, brengen essentiële nuances aan: mogelijkheid, toestemming, verplichting, waarschijnlijkheid, advies...

Om te slagen voor de TOEIC® is het belangrijk om deze nuances te herkennen en te begrijpen, omdat ze je helpen de intenties van de spreker te begrijpen in het luistergedeelte en belangrijke informatie in documenten of dialogen.

Er zijn ook andere vormen van de toekomst die je moet beheersen, hier vind je de cursussen over de andere vormen van de toekomst:

Haal je TOEIC®!
De TOEIC® is vooral een kwestie van oefenen!
Om je te helpen bij het halen van je TOEIC®, bieden wij ons trainingsplatform aan. Aarzel niet om je aan te melden en word onverslaanbaar !
Schrijf je in op het